Mag Lucy nu eindelijk doodgaan?
Dr. G. Otte
Inleiding
Met “Lucy” verwijzen we gelukkig niet naar een mens van vlees
en bloed maar bedoelen we het hoofdpersonage uit de gelijknamige SF- film van Luc
Besson uit 2014 met o.a Scarlett Johansson en Morgan Freeman in de hoofdrollen.
Zij vertolkt er het personage van een jonge vrouw die door het effect van een
bepaalde neurotropische drug die accidenteel in haar bloedbaan geraakt is, steeds
sneller de 10% limiet gaat overschrijden van wat een mens aan hersenactiviteit
gebruikt. Het domme blondje wordt met het uur intelligenter. Morgan Freeman is
dan de geleerde Professor neurowetenschappen die na twintig jaar onderzoek deze
10%-theorie gepubliceerd heeft. Lucy wordt zo het “levende” bewijs dat zijn
theorie klopt. Doorheen gans de film flitsen
dan van scene tot scene de percentages van hersencapaciteit mobilisatie voorbij
van 10% -> 12% —> 28% —> 30% —>
55 % en meer, telkens gevolgd door aanschouwelijke toneeltjes wat een mens allemaal
zou kennen en kunnen mocht hij (hier een zij) dergelijke gradaties van
hersencapaciteit bereiken. Telepathie, telekinesie, controle van radiogolven en
EM-spectrum… noem maar op. Finaal bereikt Lucy zelfs de 100% status en wordt ze
-wat Kloos zo poëtisch schrijft- : een (lokale) God in het diepst van haar
gedachten wanneer haar neuronale werking immaterieel versmelt en synchroniseert
binnen het spectrum van de subatomaire matrix van de atomen van de omgevingswereld
en Lucy op een wanhopige vraag van haar geliefde “waar ben je toch Lucy?” antwoordt
via diens smartphone met het tekstberichtje “ik ben overal”.
Lucy en de
neuromythe
Een goed gemaakte meeslepende neuro-SF fantasiefilm die velen
zal bekoren maar die helaas ook bijdraagt tot die vreselijke bijna niet klein
te krijgen mythe “we gebruiken slechts 10% van onze hersenen”.
Deze mythe is zo hardnekkig dat
ze een aparte Wikipedia bladzijde gekregen heeft en dat nu nog steeds meer dan 65%
van de bevolking overtuigd is van haar waarachtigheid. In het rijtje van
neuromythes komt ze op de eerste plaats voor die andere draak: linker brein
versus rechter brein persoonlijkheden.
Waar stond de wieg van deze neuro-mythe?
Heel duidelijk is het niet maar
volgens bepaalde bronnen zou zijn nl Lowell Thomas zijn, een journalist die een
introductie schreef voor de bestseller van Dale Carnegie en daarbij dit als
citaat vermeldde maar het ten onrechte toeschreef aan de 19 -eeuwse filosoof
William James.
Hoewel de mythe dus schijnbaar begon
op basis van een misvattende quote was het de medische beeldvorming en de journalistiek
rond de veelkleurige hersenplaatsjes die het verhaal een stevige reputatie van
wetenschappelijke “waarachtigheid” wisten te bezorgden. Uitdrukkingen in de
vakliteratuur als “bepaalde delen van de cortex lichten op als veelkleurige kerstverlichting”
telkens het subject de opgelegde mentale taak volbracht waren voldoende om een
ganse generatie van laatbloeiende post-frenologen om te vormen tot amateur
hersencartografen die prompt berekenden dat deze veelkleurige “blobs” zowat 10%
van de cortex bedekten. Van miskraam tot mythe. De cirkel was rond. De idee
sloeg aan. Heel snel pikten diverse films in op dit thema. Denken we maar aan de
film “Limitless” (2011) of subtieler in “Inception”.
Het verhaal is steeds vrij stereotiep
zoals het een goede mythe betaamt. Er wordt een personage ten tonele gevoerd
wiens mentale en vaak ook fysieke eigenschappen bovenmenselijke proporties
aannemen wanneer diens hersen capaciteit meestal onder invloed van een chemische
dopaminerge drug boven, de 20% grens uitstijgt.
Back to reality
De idee dat onze hersenen
actiever worden bij het uitvoeren van een taak is inmiddels al een tijdje
achterhaald. Medische beeldvorming en EEG neuroimaging toonden aan dat net
omgekeerd is nl dat bij hersenen in rust bepaalde structuren (thans beschouwd
als hubs en knooppunten in goed gedefinieerde netwerken) constant actief zijn. Men spreekt van het Default Mode Netwerk
(DMN) en ontdekte later nog andere leden van de familie van zgn. (Resting State Networks RSN). De DMN bestaat uit corticale zones in
de ventromediale frontale schors en de posterior cinguli cortex
Tot zover de 10% mythe.
En toch sterft dit niet zo snel
uit. De reden is dat alle mensen wel ergens dromen van- of hopen op een of
ander ritaline like, zen- en mentaal soort wondermiddel dat als bij mirakel wijzer,
gelukkiger, creatiever, verstandiger en cognitief beter zou kunnen maken.
Op deze wens heeft zich inmiddels
een ganse en vaak erg lucratieve commercieel gestuurde onderneming gefundeerd
bestaande uit allerlei goeroes, natuurlijke boostersapje, Tibetaanse pillen, sjamanistische
meditatietechnieken of scientologische methoden om de geest te openen etc..
Men moet een open geest houden
maar niet zo open dat ons brein er uitvalt.
Popey the sailor man
Het is het neurologisch
equivalent van Poppey the sailor man die spinazie vretende matroos die superman
krachten kon ontwikkelen en waardoor ganse generaties kinderen (ondergetekende incluis)
met veel enthousiasme spinazie naar binnen werkten tot het uit de oren en
andere orificia naar buiten kwam. Superman of wonderwoman zijn we er niet door
geworden maar op een metaforisch hoger niveau heeft deze mythe wel superman, spiderman
en de uiterst commercieel succesvolle “MARVEL industries” gebaard..
“From Myth to Marvel” had dus wellicht
een betere titel geweest voor dit pennegewrocht dat gegarandeerd slechts 10%
inkt vergde.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Geen opmerkingen:
Een reactie posten